Wat is de conjunctuurcyclus en wat doet het met onze economie, onze financiël middelen (liquiditeiten), bedrijven en vooral wat doet het met de beurs? U leest het hier. Alles van deze uitleg is van toepassng voor de toekomst op meer geld te verdienen. En daar draait het op deze website toch om?
Conjunctuur of fluctuatie is de verandering van het groeipercentage van de economie of de productie op de korte termijn. De gemiddelde groei over de lange termijn noemen we de trendmatige groei. Die trend is in het algemeen stijgend op de langere termijn. Net zoals de welvaart per capita (letterlijk per hoofd, per persoon) verder zal stijgen. De conjunctuur hangt onder meer samen met de bevolkingsgroei, grondstofprijzen etc.
Als de productiegroei vertraagt of zelfs negatief wordt dan spreekt men van een recessie. Als de productie lager is dan de productiecapacitiet van een land spreken we van laagconjunctuur. Als de productie groter is dan deze productiecapaciteit heerst een hoogconjunctuur. Op het eerste gezicht lijkt dit vreemd, de totale productie kan immers niet groter zijn dan de maximale productie. Maar omdat de productie wordt gemeten in geldeenheden, hebben prijsschommelingen ook effect op de nationale productie. Wanneer een land in een hoogconjunctuur is, ontstaat er bestedingsinflatie waardoor de prijzen, en dus de productie, stijgen. Hierdoor kan verhoogde groei leiden tot een oververhitting van de economie (overspanning), omdat de effectieve vraag groter is dan de productiecapaciteit van het land. Door onder andere bestedingsinflatie kan de hoogconjunctuur omslaan en begint de neergang naar een laagconjunctuur, een recessie. Als deze recessie langer duurt dan twee kwartalen noemen we dit een crisis. Elk conjunctuurbeleid is erop gericht om tot bestedingsevenwicht te komen want daar ondervindt men niet de nadelige gevolgen, werkloosheid, van een laagconjunctuur en ook niet het gevaar, inflatie, dat een hoogconjunctuur met zich brengt. Een laag- of hoogconjunctuur gaat vaak samen met recessie en depressie.
Hoewel niet alle conjunctuurgolven algemeen worden aanvaard, zijn er verschillende conjunctuurgolven voorgesteld. Omdat zij zowel door kort- als langdurende factoren kunnen worden aangestuurd, zijn er langdurige en kortdurige golfbewegingen geidentificeerd:
- Juglarcyclus, de meest bekende en aanvaarde conjunctuurgolf, 7 tot 11 jaar
- Kuznetscyclus, 15 tot 25 jaar
- Kondrattiefgolf, 45 tot 60 jaar
- Varkenscyclus
- Presidentiële of politieke cyclus, economische reacties op politieke machtswisselingen.
Opmerking: perioden van herstel zijn meestal fors langer dan de periode van een forse krimp.
De conjunctuur wordt altijd grafisch weergegeven. Ze ziet er als volgt uit. De conjunctuur verloopt in golven omdat het een kortetermijnbeweging is. Maar op de lange termijn zien we een vaste trend. De Nederlandse conjunctuurgolf als afwijking ten opzichte van de trend wordt weergegeven door de conjunctuurindicator van de Nationale Bank van een land.
Tot slot hetgeen we graag willen bekijken als belegger. De gevolgen voor de aandelenbeurzen.
Monetaire instrumenten worden bepaald door de ECB die als primaire doelstelling prijsstabiliteit nastreeft, door het inflatiepeil op middellange termijn op 2% te houden. Als de inflatie stijgt in tijden van hoogconjunctuur kan de ECB de economie afremmen door de rente verhogen. De banken zullen dan een hogere rente moeten betalen voor het geleende geld bij de ECB en zelf hun rente verhogen om dit te compenseren. Als de nominale rente sterker stijgt dan de inflatie, dan stijgt de reële rente en wordt de economie afgeremd. Als de inflatie in tijden van laagconjunctuur daalt, kan de ECB de economie stimuleren door de rente te verlagen. Als de nominale rente sterker daalt dan de inflatie dan daalt de reële rente. De ECB kan ook repo's (repurchase agreement of transactie met wederverkoop) inzetten als monetair instrument om de liquiditeit van de banken op korte termijn te beïnvloeden. Bij laagconjunctuur bijvoorbeeld koopt de ECB bij een repo contant effecten van de banken en verkoopt tegelijk op termijn dezelfde effecten terug aan de banken. Zo wordt de liquiditeit van de banken tijdelijk beter en kunnen er meer kredieten worden verleend.
Fiscale instrumenten om bij hoogconjunctuur de economie af te remmen: belastingen verhogen, bestedingen verlagen. Monetaire instrumenten om bij hoogconjunctuur de economie af te remmen: intrest verhogen, repo's verkopen