Vandaag bespreken we de beleggingsvorm aandelen.

Aandelen zijn delen van een bedrijf. Als je aandelen op de beurs koopt, ben je een belegger. Als je intekent op een beursintroductie, ben je een investeerder omdat je geld wordt gebruikt door het bedrijf. Aandelen zijn een risicovolle belegging, maar met een gezond verstand zal je een mooi rendement kunnen voorleggen. En dat gaan we onderzoeken.

Om te beleggen in aandelen heb je een broker nodig. Meestal kan je via je bank transacties (aankopen en verkopen) van aandelen verrichten. Er zijn ook veel internetbankiers die een broker aanbieden. Maar als je transacties doet op de beurs betaal je in de eerste plaats beurskosten. Die variëren erg van € 4,95 tot € 30 om een transactie van € 5000 te doen. Ga je naar hogere bedragen tot boven de € 100 000, dan variërt dit van € 15 tot € 90. Een verschil van maar liefst € 75! Het kan dus lonen om eens opzoekwerk te doen. Let wel: deze bedragen zijn voor aankoop van aandelen, bij een verkoop betaal je het bedrag nog eens. Als je winst maakt op de beurs, zorg je beter dat je uit de kosten ben geraakt. Pas dan kan je je geld echt laten opbrengen.

Als je een broker hebt gevonden die je goed kan ondersteunen, kan je aan de slag. Om je eerste aandeel te kopen, ga je surfen op het internet en zoek je naar beurswebsites die een overzicht geven van de bestaande aandelen. Om te beginnen zou ik uitsluitend beleggen in eigen land om zo een heel pak kosten en misschien zelfs risico’s i.v.m. bijvoorbeeld valuta ontwijken. In België hebben we drie indexen: de Bel-20, de Bel-Mid en de Bel-Small. Er is ook een overige categorie dat de naam “Overige aandelen” krijgt. In de indexen is direct al een onderscheid gemaakt tussen aandelen op vlak van beurswaarde en hoeveel het aandeel wordt verhandeld. In de Bel-20, de sterindex, zitten 20 aandelen van de belangrijkste Belgische bedrijven. Hun beurswaarde is soms aanzienlijk. De aandelen worden om de 5 seconden verhandeld. De meeste beleggers beginnen bij de Bel-20. Ikzelf ben begonnen in de Bel-Mid, die bestaat uit middelgrote bedrijven. Deze bedrijven worden ook vaak verhandeld, maar veel minder dan de bedrijven die in de Bel-20 genoteerd staan. Tenslotte de Bel-Small, waarin kleine bedrijven genoteerd staan, die eigenlijk weinig worden verhandeld.

Je kan kiezen uit verschillende sectoren. Zo heb je de farmaceuticasector, energiesector, bankensector, biotechsector, voedingssector, retailsector, chemiesector, grondstoffensector, technologiesector en noem maar op. De farmaceuticasector heeft alles te maken met geneesmiddelen, verzorgingsproducten… Een voorbeeld van een farmabedrijf uit België is UCB. De energiesector heeft te maken met nutsbedrijven, netwerkbeheerders, olieproducenten… GDF-Suez is hier een goed voorbeeld van. De bankensector omvat verzekeraars, financiële instellingen… In België bestaan er een pak, denk maar aan KBC en Ageas. De biotechsector omvat bedrijven die geneesmiddelen maken die nog door een reeks van fases moeten om hun middel(s) te kunnen lanceren op de markt. Een voorbeeld hiervan is het Gentse Ablynx. Het verschil met de farmasector: biotechbedrijven zijn een pak risicovoller, farmabedrijven hebben al een reeks van goed verkopende producten op de markt. Bij het falen van een product kunnen de aandelen van de biotechbedrijven crashen. De voedingssector bestaat uit bedrijven die bijvoorbeeld vlees verwerken, zoals Ter Beke. De retailsector omvat supermarkten, zoals Delhaize en Colruyt. De chemiesector heeft te maken met het maken van allerlei stoffen die worden gebruikt in het dagelijkse leven, zoals pvc-buizen en PET-flessen. Voorbeelden hiervan zijn Solvay en Resilux. De grondstoffensector houdt zich bezig met het opgraven van ertsen, mijnbouw… Een voorbeeld hiervan is Umicore. De technologiesector heeft zoals de naam het al zegt te maken met technologie, schermen produceren… Een voorbeeld hiervan is het Kortrijkse Barco.

Er zijn dus veel sectoren en je moet daar uit een keuze of keuzes maken. Over een keuze moet je goed redeneren en daar zal ik in het volgende hoofdstuk wat meer uitleg over geven. Maar als je geïnteresseerd bent in buitenlandse aandelen, dan kan ik je een overzicht geven van de bestaande hoofdindexen van de wereld.

Als je in Duitsland wil beleggen, kom je automatisch uit bij de Dax-30. De Dax-30 omvat de 30 belangrijkste en grootste Duitse bedrijven.

Als je in Frankrijk wil beleggen, kan je van start gaan vanuit de Cac-40. Ook hier omvat de Cac-40 de 40 grootste Franse bedrijven. Hier behoren ook Frans-Belgische bedrijven toe zoals GDF-Suez. Een aandeel kan dus twee noteringen hebben.

Als je in het Verenigd Koninkrijk je heil wil opzoeken voor een hoger rendement, dan is de FTSE-100, kortweg foetsie, een goed alternatief. Maar let wel op: de valuta is hier in pond en niet in euro.

In Spanje is dat de IBEX-30 en in Italië heet de hoodfindex de FTSE-MIB.

Als we gaan naar wereldwijde, grote beurzen, dan komen we automatisch uit op Wall Street. Daar worden de aandelen uit de Nasdaq-100 verhandeld. De aq staat hier dus voor schermenbeurs, omdat alles hier digitaal gebeurt. Dan heb je ook nog de brede S&P-500. De industriële aandelen zoals Coca-Cola hebben een notering in de Dow-Jones. Genaamd naar de 2 broers die de beurs hebben opgericht. Ook hier even opletten: de valuta is hier dollar en niet in euro.

Gaan we naar Azië, dan komen we in Japan uit op de Nikkei. Daar worden aandelen zoals de autoproducent Toyota verhandeld. In China is dat de Hang-Seng.

Er zijn verschillende beleggingen die elk een verschillend rendement behalen. Ik zal je op de hoogte brengen van de opties die er zijn voor een belegger die elk een verschillende beleggershorizon en risco heeft. Je bent een zeer defensieve belegger als je heel weinig risico wilt nemen, nauwelijks beleggingservaring hebt, grote afhankelijkheid van vermogen, weinig waardefluctuaties en je je kapitaaal niet langer kan missen dan: ± één jaar. Spaarrekening en deposito’s zijn het beste alternatief.

Je bent een defensieve belegger als je een relatieve stabiliteit hebt, bescheiden risico durft te nemen, enige beleggingservaring hebt, enigszins afhankelijk bent van vermogen, weinig waardefluctuaties en beleggingshorizon meestal niet langer dan tot ± 5 jaar. Voor jou zijn fondsen die erg goed gemixt zijn, een goed alternatief om te streven naar een rendement die je vooropstelt. Meestal 80% obligaties.

Je bent een gemiddelde belegger als je een beheerste groei op middellange termijn wil, risico beheerst, beleggingservaring aanwezig is, niet zo zeer afhankelijk van vermogen bent, waarde mag niet vaak fluctueren en een beleggingshorizon van ± 10 jaar. Het beste alternatief is fondsen die uit 50% obligaties bestaan.

Je bent een offensieve belegger als je groei wenst op lange termijn, risico accepteert, ruime beleggingservaring hebt, onafhankelijk bent van vermogen, waardefluctuaties geen probleem zijn en de beleggingshorizon 10 tot 15 jaar. Aandelenfondsen zijn fondsen die voldoen aan je wensen in zake rendement en risico.

Je bent een zeer offensieve belegger als je agressieve groei wenst, een hoog risico accepteert, door de wol geverfde belegger, vermogensinstandhouding volledig afwezig is, forse waardefluctuaties geen probleem zijn, aanzienlijke vermogensgroei gewenst en beleggingshorizon op lange termijn meer dan 15 jaar. Je mag voluit voor aandelen gaan.

Ik zal u wel vertellen dat dit relatief is: 15 jaar je geld kunnen missen, is onwaarschijnlijk lang.

Maar er bestaan eigenlijk ook “veilige” aandelen. Je neemt dan aandelen die niet erg volatiel zijn (die niet erg veel schommelen). Maar als ze niet veel schommelen, kan ik toch ook niets van rendement behalen? Toch wel! De aandelen die niet veel schommelen kunnen een dividend geven. Een dividend is de betaling van (een deel van) de winst van een onderneming aan haar aandeelhouders. Een onderneming die winst maakt heeft twee mogelijkheden om deze winst aan te wenden. Men kan de winst herinvesteren in het bedrijf of uitkeren aan haar aandeelhouders. U heeft dus al begrepen dat aandelen zoals biotechbedrijven geen dividend  uitkeren omdat ze geen winst of niet genoeg winst maken.

Toch zijn dividendaandelen niet altijd even volatiel. Ook dividendaandelen kunnen fors schommelen. Ik spreek in dit geval over vastgoedbeveks of vastgoedbevaks die niet zo veel return (winst of verlies t.o.v. het jaar ervoor) hebben. Een bevek is een type van collectieve investeringsvennootschap in België. "Bevek" staat voor Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal. Een verwant type is de bevak (beleggingsvennootschap met vast kapitaal). Het dividend wordt uitgekeerd op een vastgelegde datum. Daarbovenop kan het dividend worden verhoogd of verlaagd. Misschien doet je bedrijf het zo goed dat het een extra dividend geeft (interim-dividend).  Enkele voorbeelden van zo’n vastgoedfondsen zijn Befimmo, Cofimmo, Aedifica, Atenor, WDP, Montea, Banimmo, Wereldhave Belgium, VGP… Soms kunnen deze wel schommelen en kunnen ze gegeerd zijn door beleggers die op zoek zijn naar dividendaandelen. In tijden van lage rente kunnen de koersen van deze aandelen dan ook fors stijgen.

Daarnaast heb je ook volatiele aandelen die veel dividendrendement bieden. Dan denk ik bijvoorbeeld Bpost, Belgacom, Mobistar… Vooral de telecomsector en bepaalde holdings zoals Gimv bieden meer dan 5% bruto dividendrendement. Maar staar je ook niet altijd blind op dividendaandelen, want daar kan in sommige gevallen een reukje aan zitten. Ik zie een dividend vooral als beloning voor het vertrouwen in het bedrijf en ik staar me dus niet blind op een dividendaandeel waarvan het bedrijf het niet goed doet. Nog een interessant weetje is het feit dat aandelen naar aanloop van een groot dividend fors in waarde kunnen stijgen. Daar kan u dus van mee profiteren. Koop dus zeker geen aandelen die een hoog dividend aanbieden net de dag voor de dividenddatum waarop het dividend wordt geknipt. Na het knippen van het dividend zal de koers namelijk dalen. Soms zijn er dalingen mogelijk van 10%. Ook hier kan je van profiteren door aan lagere koersen in te stappen.

Om aandelen te selecteren, maken we gebruik van maatstaffen. Natuurlijk weet niemand hoe je de beste aandelen kunt selecteren en een fantastisch rendement kan behalen, maar er zijn een aantal factoren die je op weg kunnen helpen om aandelen van goede bedrijven die niet overgewaardeerd staan op de beurs eruit te halen. Er zijn twee manieren om aandelen te analyseren: fundamentele en technische analyse. Fundamentele analyse steunt op cijfers, technische analyse is het analyseren van beursgrafieken door middel van lijnen, zones… In het eerste dat aan bod komt, is fundamentele analyse.

Fundamentals hebben te maken met – zoals ik al aangaf – cijfers die te maken hebben met bijvoorbeeld de omzet en winst van een bedrijf. Maar natuurlijk kan niemand exact de omzet of winst van een bedrijf voorspellen. De consensus (verwachtingen) van analisten die een schatting maken, kunnen ofwel geklopt worden, in lijn zijn met de verwachtingen of onder verwachtingen liggen. Dat heeft natuurlijk ook zijn effect op de beurskoers. Daarnaast kan een bedrijf ook een winstwaarschuwing of winstalarm uitsturen waarbij de winst dus lager zal uitvallen. Analisten moeten zich dus baseren op de evolutie van de marktomstandigheden en de vorige cijfers. Als we de fundamentals erbij halen van Kinepolis, kan je daaruit heel wat nuttige informatie halen.

Type

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Valuta

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Omzet *

212,32

216,88

231,23

239,17

253,70

254,51

246,00

Netto winst *

14,73

15,11

22,04

27,85

36,19

35,70

37,54

Koers winst verhouding

16,00

7,00

8,00

12,00

10,00

15,00

17,00

Winst per aandeel

2,00

2,00

3,00

4,00

5,00

5,00

6,00

Pay-out

30,00

29,00

27,00

30,00

32,00

43,00

47,00

Dividend:

0,00

0,00

0,00

1,00

1,00

2,00

3,00

Dividend rendement

1,00

4,00

3,00

2,00

3,00

2,00

2,00

Eigen vermogen *

112,44

116,12

131,22

155,78

132,13

108,67

104,66

EV per aandeel

16,00

17,00

19,00

23,00

20,00

16,00

18,00

Ultimo koers

34,00

16,00

29,00

51,00

55,00

82,00

115,00

Hoogste koers

57,00

34,00

31,00

52,00

59,00

83,00

117,00

Laagste koers

33,00

16,00

14,00

28,00

44,00

54,00

79,00

Werknemers

1,44

1,38

0,00

1,88

0,00

0,00

0,00

Marktkapitalisatie *

235,64

112,17

195,80

340,77

363,01

539,58

642,56


* x 1000

Wat is hier nuttig voor de belegger? Wel, de omzetcijfers zeggen al veel over de gang van zaken bij Kinepolis, zoals de bezoekerscijfers, de verkopen van bijvoorbeeld snoep… De nettowinst is wat Kinepolis netto overhoudt van z’n gerealiseerde omzet door bijvoorbeeld kosten. De koers-winstverhouding komt straks nog ruim aan bod. Het pay-outratio wil zeggen hoeveel er van de nettowinst wordt uitgekeerd. We zien dus dat Kinepolis 47% van z’n winst uitkeert aan de aandeelhouders die bruto een dividend van 2% opstrijken. Het eigen vermogen leert ons hoeveel het kapitaal van Kinepolis bedraagt: 104 660 000 miljoen euro. Dit zijn dus de bedrijfscijfers, maar als we er aandelenkoersen bij halen, krijgen we een ander beeld. Er zijn enkele factoren die afleiden of een aandeel goedkoop of duur staat.

  1. De koers-winstverhouding (k/w)

  2. Koers/courante winst

  3. Courante winst per aandeel

  4. De PEG-ratio

  5. De intrinsieke waarde

 

De koers-winstverhouding: de koers moet gedeeld worden door de winst per aandeel. Bijvoorbeeld een aandeel dat 45 euro kost en 3 euro winst per aandeel heeft. De berekening: 45:3 = 15. Dit aandeel is relatief goed gewaardeerd. Indien de koers-winstverhouding hoger tot zelfs zeer hoog wordt, is dat het moment waarop u uw aandelen het best zou verkopen. Maar wanneer kunt u besluiten dat de koers-winstverhouding te hoog is? En wanneer u dus moet verkopen? Dit zijn de zones waarin u het best koopt of verkoopt.

0 -10: de onderneming maakt minder winst of is ondergewaardeerd.

10-17: de onderneming is normaal gewaardeerd en de winst neemt op een goed tempo toe.

17-25: de onderneming groeit sterk door of is overgewaardeerd.

+25: de onderneming is heel goed aan het groeien of het wordt beïnvloedt door een zeepbellemarkt, waarna de zeepbel zal uiteenspatten.

Dit zijn relatieve cijfers. Als het aandeel veel stijgt, maar de winst neemt nauwelijks toe, dan zou ik dit als overgewaardeerd beschouwen. Een k/w-verhouding van 17 lijkt mij normaal. Besluit: dit is niet altijd een goede maatstaf. Als de koers daalt of stijgt, verandert de k/w een beetje. Let wel: bij cyclische (waar de winst en omzet erg schommelen) bedrijven moet men de maatstaf omgekeerd gebruiken. Als de k/w-verhouding 17 is, zijn ze eigenlijk stopgoedkoop. Omgekeerd geldt ook. Hou daar dus rekening mee dat je geen té dure aandelen van chemiebedrijven koopt.

Daarnaast bestaat er ook de koers-courante winst. Hier geldt hetzelfde principe als bij de koers-winstverhouding. De verhouding van de koers tegenover de courante winst. Wanneer we dit cijfer vergelijken met andere aandelen uit dezelfde sector kan dit een indicatie geven over een al dan niet dure waardering van het aandeel. Bij de Europese aandelen wordt de K/CW-verhouding berekend op basis van de verwachte winst voor de volgende 12 maanden.

De winst per aandeel exclusief uitzonderlijke elementen en afschrijving van goodwill. Deze uitzonderlijke elementen zijn bijvoorbeeld schadeclaims, eenmalige problemen etc.

Een andere term waar met uitzonderlijke elementen en dergelijke rekening wordt gehouden, is de winst per aandeel. Hoe hoger de koers van een aandeel, hoe hoger de winst dan bij een aandeel met een lagere koers, maar met dezelfde procentuele verhouding tussen koers en winst.

De PEG-ratio vindt ik dan wel beter. De price-earnings-to-growth ratio zet de koerswinstverhouding van het aandeel af tegenover de winstgroei, waarbij de winstgroei gedefinieerd wordt als de gecumuleerde stijging van de winst tussen 2008 en 2009 omgezet op jaarbasis. Een cijfer kleiner dan 1, wijst op een relatief 'goedkoop' aandeel. Een cijfer hoger dan 1 wijst op een relatief 'duur' aandeel. De PEG-ratio wordt vooral gebruikt bij groei-aandelen zoals technologiebedrijven etc.

Dan de EV/Ebitda dat betekent de waarde van de onderneming (entreprise value) berekend door de som van de marktkapitalisatie en de netto-schuldpositie, in verhouding tot de bedrijfskasstroom of earnings before interests, taxes, depreciation and amortization. Als dit laag is, wordt dit meestal als aantrekkelijk gezien.

De laatst gekende methode is de koers/boekwaarde (intristieke waarde). De verhouding van de koers tegenover de boekwaarde (het eigen vermogen per aandeel). Bij Belgische bedrijven wordt de laatst gepubliceerde boekwaarde genomen, bij holdings en vastgoedbevaks de intrinsieke waarde. De ratio wordt vaak gebruikt voor de waardering van traditionele bedrijven. Een aandeel kopen onder de boekwaarde is vrijwel altijd interessant. Je kan ook allerlei formules gebruiken om aandelen te waarderen. Dit komt meer en meer aan bod in onze aandelenanalyses.


Conclusie: Europese aandelen zijn nu erg interessant omdat ze door de aantrekkende economie in Europa meer winst gaan boeken doordat deze bedrijven vaak exporteren en door de goedkope euro hun producten gemakkelijker kunnen verkopen in bijvoorbeeld de VS. Ook de lage rente en de lage olieprijs zijn een voordeel voor onze bedrijven.

Kijk altijd naar de onderneming en niet naar de beurskoers. Als je minder risico aankunt, opteer dan voor minder volatiele aandelen (zoals dividendaandelen van smallcaps…).

Met behulp van fundamentele analyse kan je de waarde van bedrijven beter inschatten. Dit komt gratis en voor niks aan bod in onze aandelenanalyses!


 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.