Het lijkt zo eenvoudig: je koopt een metaaldetector, trekt ermee door de legendarische goudvelden van Australië en de kans is groot dat je met een paar vette goudklompen thuiskomt. Dat lijkt armlastige schrijver Jeroen van Bergeijk wel wat. In de nasleep van de financiële crisis heeft hij zijn spaargeld zien verdampen en de goudprijs zien stijgen. De auteur laat zich down under omscholen tot goudzoeker. Hij trekt vol goede moed de outback in en strijkt neer in het gehucht Ora Banda, inwonertal: 7. Al snel blijkt dat goud zoeken en goud vinden twee verschillende dingen zijn. Bovendien lijkt achter de joviale, no worries mentaliteit ook een duistere wereld schuil te gaan. Een wereld waarin bedrog, paranoia, hoogmoed en racisme welig tieren. Gold does funny things to people, zoals het gezegde luidt. Hoe langer Van Bergeijk in Ora Banda blijft, hoe meer hij bevangen wordt door goudkoorts.
Recensie(s)
Avonturier en journalist voor o.a. NRC, Elsevier en VPRO zocht zijn heil in Australie om daar in het (wilde) westen goud te gaan zoeken. Na het succes van ‘Mijn Mercedes is niet te koop’* schreef hij dit boek over zijn belevenissen in het gehucht Ora Banda in West-Australie, waar hij op zoek ging naar goud. Hij ging in 2009 met zijn gezin in de buurt van Adelaide wonen, waar zijn vrouw een wijnboerderij wilde beginnen. Hijzelf zocht het echter in de goudzoekerij, die daar – net als in het westen van de USA – al een lange geschiedenis heeft. Hij vertelt daarover op een smakelijke manier, afgewisseld door zijn eigen belevenissen. Na zijn aankomst in het goudgebied rond Kalgoorlie ontmoet hij allerlei ruige types die zich toeleggen op de goudzoekerij. De auteur vindt er goud, maar raakt het weer kwijt. Het boek is boeiend en vlot geschreven met hier en daar grof taalgebruik. Het is her en der geillustreerd met zwart-witfoto’s, heeft twee overzichtskaarten op voor- en achterflap en sluit af met een bibliografie.
Dr. J. Kroes