U heeft al kunnen kennismaken met het eerste deel van de soorten beleggingsvormen die er bestaan, namelijk obligaties. Nu gaan we vandaag in op beleggingsfondsen en wat ze opbrengen…
Om het risico wat meer te spreiden kunt u opteren om een of meerdere fondsen te kopen. Er bestaan fondsen die uitsluitend aandelen in de portefeuille hebben. Het kan even goed zijn dat ze alleen maar obligaties hebben in de portefeuille. Of het kan 50% aandelen en 50% obligaties zijn, dit noemen we gemengde fondsen. Een overzicht uit wat een fonds kan bestaan. Hieronder staan de fondsen die ook een deel cash kunnen aanhouden of schatkistcertificaten. Toch is het fonds ook wel afhankelijk van uw profiel. Bent u een iemand die veel of weinig risico wilt nemen om rendement te halen? Er zijn drie soorten gemengde fondsen: defensieve, neutrale en dynamische gemengde fondsen. Hieronder ziet u drie cirkeldiagrammen uit wat een gemengd fonds kan bestaan.
Defensieve gemengde fondsen zijn vooral bestemd voor spaarders die weinig risico willen lopen of oudere beleggers die hun opgebouwd vermogen in stand willen houden. Dan heb je ook nog neutrale fondsen. Deze fondsen zijn voor beleggers die een tikkeltje risico durven nemen. Dan heb je ook nog dynamische gemengde fondsen, deze zijn ideaal voor beleggers die wel eens tegen een stoot kunnen, die niet te snel in paniek geraken of die een lange beleggingshorizon op het oog hebben. Toch gelden de bovenste procenten niet altijd. Deze kunnen namelijk gewijzigd worden naargelang het financiële en economische klimaat. Als het bijvoorbeeld goed gaat op de beurzen, zal een neutraal fonds het percentage aan aandelen optrekken tot bijvoorbeeld 60% en tot 35% bij defensieve gemengde fondsen.
Wat essentieel is voor een gemengd fonds is dat de spaarders het geld voor langere termijn kunnen uitzetten. U moet toch wel rekenen op een beleggingshorizon van gemiddeld vijf jaar. Voor een dynamisch fonds is 7 tot 10 jaar een goede termijn. Voor een defensief zal dat korter zijn. Maar in ruil voor die lange beleggingshorizon kunnen de beleggers wel rekenen op een fraai rendement. Een defensief fonds heeft de voorbije vijf jaar gemiddeld 5 à 6% opgebracht. Een neutraal fonds zal dan tot 8% gemiddeld kunnen oplopen. En voor een dynamisch fonds tenslotte ongeveer 10% gemiddeld. Dat is wel zonder de aftrek van de kosten. En dat laatste wil ik toch wel benadrukken. Al zijn de rendementen uit het verleden geen garantie voor de toekomst, zo luidt een bekende stelregel. Het rendement van een fonds hangt wel nauw samen met de politieke en financiële evoluties op de financiële markten. Met de huidige lage rentestand en de aantrekkende economie in Europa, raden analisten je aan om in dynamische fondsen te beleggen. Analisten zullen eerder in deze situatie dynamische fondsen verkiezen boven defensieve fondsen. De renteniveaus zijn zo laag dat de coupons (op de obligatiemarkt en andere vastrentende producten) niet echt een buffer meer vormen.
Fondsen worden beheerd door een fondsbeheerder. Die stelt dan de portefeuille samen naargelang uw beleggingshorizon (beleggingstermijn) en het risico dat u wenst te nemen. Het is zo dat aandelenfondsen meer rendement behalen in goede beurstijden dan obligatiefondsen of gemengde fondsen. Maar omgekeerd geldt dit ook dat aandelenfondsen veel meer verlies maken dan obligatiefondsen of gemengde fondsen in slechte beurstijden. Toch beleggen veel mensen in fondsen. Dat kan dit cirkeldiagram duidelijk bevestigen. Er zijn veel verschillende soorten fondsen. Maar hoe zijn ze precies verdeeld. De recente cijfers van de Beama (Belgische Vereniging van Asset Managers) tonen aan dat de Belgen verwoede fondsenbeleggers zijn. Er zit namelijk een slordige 117,53 miljard euro in fondsen. Hieronder de grafiek hoe ze verdeeld zijn.
Fondsen zijn ideaal voor de eerste stapjes op de beurs. Maar wat brengen ze op? Gezien de huidige statistieken brengen aandelenfondsen 10% op per jaar. Defensieve fondsen moeten tevreden zijn met 5%. En gemengde fondsen behalen er iets tussenin (7% of zo). Een fonds kan je kopen bij je bank die je dan deelbewijzen van het fonds geeft. Voor meer informatie kunt u eens binnenspringen bij uw bank. Let wel op voor de verborgen kosten. Want het zijn er veel! Enkele zal ik met u bespreken.
Dit zijn de soorten kosten:
① In-en uitstapkosten
② Jaarlijkse kosten
③ Kosten effectenrekening
In- en uitstapkosten: Als u een fonds koopt, moet u net zoals bij aandelen instapkosten betalen. Die variëren meestal van 0% tot 3%. Dus als u 2500 euro investeert en 3% instapkosten betaalt, belegt u in feite 2425 euro. Sommige banken rekenen geen kosten aan, andere wel. Grootbanken rekenen bijvoorbeeld 3% instapkosten aan, terwijl een kleinere bank maar 2% aanrekent. Als u uw fonds verkoopt, moet usoms ook uitstapkosten betalen. Al is dat steeds minder het geval. Bij fondsen met een vaste looptijd betaalt u wel uitstapkosten als u voor de einddatum van de looptijd uitstapt.
Jaarlijkse kosten: Dit zijn de lopende kosten terwijl u in een fonds zit. Ze houden verband met het professionele beheer van het fonds. Het zijn dus beheerskosten. Het gaat onder meer om beheervergoeding, de distributie- en transactiekosten en administratieve kosten. Deze kosten worden uitgedrukt in percentage. Je moet ze NIET afzonderlijk betalen. Ze worden rechtstreeks verrekend in de inventariswaarde (koers) van een fonds. Aandelenfondsen hebben de hoogst lopende kosten (1% tot 2%), geld- of indexfondsen vreten minder aan uw rendement.
Kosten effectenrekening: Kosten die verbonden zijn aan de effectenrekening of het bewaarloon moet de belegger ook apart betalen. Die jaarlijkse vergoeding varieert van bank tot bank.
Nu heb ik wat theorie meegedeeld. Maar nu komt een belangrijk deel van de praktijk. Hoe stapt u nu eigenlijk in een fonds? Het eerste wat u dan moet doen is naar een bank stappen om deelbewijzen te kopen. Stel: u wilt 1000 euro investeren, en de koers van het fonds staat op 25 euro, dan ontvangt u 40 deelbewijzen van dat fonds. De koers schommelt elke dag en hangt af van de onderliggende activa (obligaties, aandelen…). U kan er ook voor kiezen om regelmatig en geleidelijk te beleggen. Veel banken laten toe maandelijks een bedrag te beleggen. Bijvoorbeeld: de koers van het gemengd fonds KBC Sivek Global Medium schommelt rond de 315 euro. Via een beleggingsplan bij KBC kunt u hier al vanaf 25 euro instappen. Als u 50 euro maandelijks belegt, krijg je (exclusief kosten) 0,16 deelbewijzen per maand.
Toch is de lage rente geen reden om uw spaargedrag te wijzigen. Maar wie in beleggingsfondsen wil beleggen, moet weten wat dat zo gemiddeld opbrengt en wat de beste beleggingsfondsen zijn. Eerst en vooral: Brengt een beleggingsfonds veel op? Vergeleken met een spaarboekje wel. Want een spaarboekje brengt nog maar 0,5% meer op, terwijl een gemengd fonds gemiddeld 5% rendement heeft op een jaar. Vergeleken met aandelen niet altijd, want in een crisis doen ze beter dan aandelen en in goede tijden niet. Maar een fonds is minder risicovoller dan aandelen.
Maar wat is een gemengd fonds? Een gemengd fonds is zoals de naam al zegt een mix van aandelen, obligaties en cash. Het zijn evenwichtige fondsen. Want als de beurzen minder goed presteren, zorgen de coupons van de obligaties en de cash voor de stabilisatie van het rendement van het fonds. Ook geografisch houden de gemengde fondsen stand er een ruime spreiding op na. Ze beleggen wereldwijd of kiezen voor een mix van verschillende regio’s. Dus beleggen ze automatisch in verschillende munten, zoals de Japanse yen en de Britse pond. Met één fonds belegt men dus in een gespreide portefeuille, waarbij u dus minder risico loopt dan bij bijvoorbeeld aandelen.
Hopelijk weet u hierdoor al heel wat meer over een beleggingsfonds en de "addertjes onder het gras".
Conclusie: Beleggingsfondsen zijn interessant om systematisch te leren beleggen in (gespreide) activa. Het zijn de eerste stapjes die u naar de beurs leiden. Vandaag zijn obligatiefondsen minder interessant. Waarom? Wel, dat heeft u gelezen in het voorgaande artikel.